Kattenkrabziekte: wat is het en hoe kun je het voorkomen?

Heb je een kat? Dan heb je ongetwijfeld weleens van de kattenkrabziekte gehoord. Kattenkrabziekte wordt ook wel Bartonella henselae-infectie genoemd. Deze infectie wordt namelijk veroorzaakt door de Bartonella henselae-bacterie. De meeste katten worden zelf niet ziek van de kattenkrabziekte. Het zijn juist mensen die hier ziek van kunnen worden, na een krab of een beet van een kat.

Kattenkrabziekte is een infectieziekte die door een bacterie (Bartonella henselae) wordt overgebracht door middel van een krab of een beet van een kat. Kattenkrabziekte wordt ten onrechte regelmatig verward met toxoplasmose. Bij toxoplasmose is er sprake van een parasiet, welke gevaarlijk is bij een zwangerschap. De bacterie die bij kattenkrabziekte wordt overgebracht is niet gevaarlijk bij iemand die zwanger is.

Een groot deel van de katten is drager van de Bartonella henselae-bacterie, zonder dat ze daar zelf ziek van worden. Katten brengen deze bacterie onderling over via vlooien. Wanneer een kat een mens krabt of bijt, kan deze bacterie worden overgebracht op de mens. Mensen kunnen elkaar niet besmetten met de Bartonella henselae-bacterie.

De ziekte begint meestal met blaasjes in de buurt van de krab of beet. Deze verdwijnen vervolgens vanzelf weer. Na ongeveer twee tot zes weken kunnen je lymfeklieren ontstoken raken, waardoor ze groot en pijnlijk worden. Soms kunnen er op die plek zelfs abcessen worden gevormd. Door deze lymfeklierontsteking kun je koorts en hoofdpijn krijgen. In de meeste gevallen van kattenkrabziekte gaat de ziekte vanzelf over.

Wanneer je een verminderde weerstand hebt, bijvoorbeeld door afweer verminderde medicijnen of aids, kan de ziekte een ernstige vorm aannemen. In dat geval kun je naast de normale symptomen last krijgen van knobbeltjes en bloedingen in de huid, milt of lever. Uiteindelijk kan kattenkrabziekte in dat geval zelfs leiden tot de dood. Weet je van jezelf dat je een verminderde weerstand hebt? Dan is het verstandig om niet met jonge en/of speelse katten om te gaan. Mocht je toch kattenkrabziekte krijgen, dan is zo snel mogelijk antibiotica nodig.

Een gezonde kat wordt niet ziek van de Bartonella henselae-bacterie. Toch kan de kat de bacterie bijna 2 jaar bij zich dragen en deze dus wel weer overbrengen op mensen of andere katten. Wanneer een kat een verminderde weerstand heeft, kan kattenkrabziekte wél symptomen geven:

Heb je het vermoeden dat jouw kat ziek is door kattenkrabziekte? Dan kan dit worden getest door middel van een bloedonderzoek.

Een kat met kattenkrabziekte kan worden behandeld met antibiotica. Of deze behandeling wordt ingezet is afhankelijk van enkele omgevingsfactoren. Vermoed je dat je kat kattenkrabziekte heeft, neem dan contact op met je dierenarts.

Om kattenkrabziekte te voorkomen kun je de volgende maatregelen nemen:

Om vlooien bij katten te voorkomen kun je je kat preventief behandelen met Frontline Combo. Dit product biedt tevens bescherming tegen teken en luizen. Heb je al vlooien gesignaleerd? Gebruik dan Beaphar Vlo Kill+ om de vlooien te doden.

Vermoed je bij jezelf, of bij je kat met verminderde weerstand, kattenkrabziekte? Neem dan altijd contact op met je huis- of dierenarts. Heb je nog vragen over de ziekte of over een van onze producten? Stel ze dan gerust door het contactformulier op onze website in te vullen. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met je op.